maandag 31 december 2018

Respect, giften en nog zo wat

Bhutan is een duidelijk Aziatisch land op het gebied van respect. Je toont per definitie respect voor ouderen, de baas, de leerkracht etc. Dat is lastig als je als gids geacht wordt niet altijd uit te voeren wat de toerist wil omdat het verboden is, niet verstandig is, je anders in de wegblokkades terecht komt of anderszins. Daar was ik van te voren voor gewaarschuwd door Bhutan Homestay. Ook dat ze hun gidsen op dat punt op proberen te voeden omdat de gidsen het bij hun moelijker hebben dan bij gewone groepsreizen waar alles al van te voren vast ligt (kijkt u links, dan ziet u rechts niets).

Behalve dat het voor de mensen daar wennen is, is het ook voor mij wennen. Ik ben niet gewend dat mijn wensen al uitgevoerd worden voor ik ze uit, dat alleen naar mijn mening gevraagd wordt, dat ik als eerste opgeschept wordt en al geacht wordt te beginnen met eten, dat ik naar de eretent geleid wordt bij festivals, dat het als een gunstig voorteken beschouwd wordt als ik een school bezoek op de nationale dag,....

Het is me dan ook niet gelukt om mijn bagage altijd door Kencho te laten dragen en altijd de deur van de auto voor me open te laten doen door Kencho of Karma of meteen met eten te beginnen.

Het is me ook niet gelukt om te weten wanneer ik iemand respectvol aan moet spreken, dus met het achtervoegsel "la". Soms is het te zien, dan hebben ze een niet~witte sjaal om op een festiviteit, of het is een monnik. Monikken zijn ongeachte de leeftijd altijd "la". Iemand die het altaar beheert (ook al is het een lekenpersoon en een vrouw ;-) is ook altijd "la". Maar voor de rest was het goed luisteren naar wat Kencho en Karma zeiden. Lastig als ik als eerste moet begroeten. Maar dan fluisterden ze het me gelukkig wel in en kon ik het rechtzetten als ik het fout gedaan had. Had ik in ieder geval laten zien dat ik het goed bedoelde.

Vanuit Korea had ik meegekregen dat respect krijgen ook verantwoordelijkheden met zich mee brengt. Je wordt o.a. geacht goed voor je mensen te zorgen en bv. de nota in een restaurant te betalen. Dat idee heb ik geprobeerd uit te voeren door o.a. te zorgen dan Karma geen last meer had van wagenziekte (is natuurlijk ook eigenbelang ;-) en nog zo wat van dat soort kleine dingetjes. En ook door goed naar ze te luisteren als ze me iets uitlegden en te zorgen dat ze zich niet over mijn gedrag hoefden te schamen. In een land waar je de taal niet spreekt, de cultuur niet kent en de gewoontes niet begrijpt doe je het al gauw fout als je geen goede begeleiders hebt. Maar die had ik gelukkig wel.

Respect tonen doe je ook door bij mensen die je een ambacht demonstreren, weven of potten bakken of manden vlechten, niet alleen maar te kijken maar ook te kopen. Die mensen doen dat werk om geld te verdienen en niet om toeristen te vermaken. Dus als je tijd en informatie van ze vraagt moet je daar wat tegenoverstellen, vind ik.

Giften is een ander onderwerp waar je een boekwerk vol over kunt schrijven. Ulrike Čokl heeft dat dan ook gedaan in haar promotieonderzoek (sociale antropologie) en mij een paar stukjes erover opgestuurd. Als gast neem je een gift mee voor het gastgezin. Doen we in Nederland ook, bosje bloemen of een flesje wijn. In Bhutan neem je iets mee waar de mensen behoefte aan hebben, dus zeep, groene thee, suiker, wierook, omdat ze dat niet zelf verbouwen en dus een stuk zouden moeten rijden om het te kopen. Bij weggaan kan je als gast een gift krijgen voor onderweg en wordt je geacht zelf ook een afscheidsgift te geven. Dat laatste vaak in de vorm van geld.

Bij elk gastgezin heb ik dan ook namens ons team een chhom gegeven en bij afscheid regelde de gids een soelra. Bij een gezin heb ik inderdaad nog een afscheidsgift gekregen, geplette en gedroogde mais voor onderweg. Ook heb ik bij de brandnetelwevers een `echt´ afscheidscadeau gekregen, zie foto hieronder. Dat werd vervolgens wel overgedaan in zakken en de eieren netjes in papiertjes gewikkeld zodat het heel bleef. Chhom en soelra dateren uit de tijd dat mensen te voet van het ene dal naar het andere dal gingen (neypo)en `betaalden´ met etenswaren die ter plekke niet te krijgen waren. En dus ook weer etenswaren meekregen voor onderweg. Bij de brandnetelwevers hadden we niets verwacht en dus op dat punt ook niets voorbereid. Maar gelukkig is geld ook acceptabel. Al helemaal als een gift van meer gezinnen komt, want geld kan makkelijker verdeeld worden. Het geheel van giften geven en ontvangen valt onder thuenlam (keeping good relations based on mutual respect and reciprocity)


Waarschijnlijk valt de ara (zelf gedestilleerde drank op basis van rijst/gierst/tarwe/mais) die je als gast krijgt hier ook onder. Je wordt geacht minimaal een, zo niet twee keer, bij te laten vullen. Gelukkig mag dat ook als je nog maar een slokje genomen hebt en hoeft je kop niet al leeg te zijn. Ara kan je gewoon drinken maar helemaal speciaal wordt het als er eerst een flinke kluit boter gesmolten wordt, daar een ei in wordt gebakken (scrambled) en daar vervolgens de ara over heen wordt gegoten. Een erg lekker drankje voor het slapen gaan. Mijn laatste gastheer was zo vriendelijk om me een liter mee te geven voor thuis. Jitske heeft me verteld hoe ik makkelijk het alcoholpercentage kan meten, maar dat moet ik nog doen. Martijn heeft nog niet de kans gekregen om het te proeven. En Romke en zijn vrienden zijn zo netjes geweest ervan af te blijven op zijn verjaardagsfeest. Volgend jaar komt dat proeven wel bij speciale gelegenheden.



Als gast mocht ik in de altaarkamer slapen. Heel bijzonder. Er wordt zonder meer vanuit gegaan dat je respect hebt voor het altaar en alles wat daar op staat, voor staat, boven hangt. Zie voor mooie foto's peljorling-yurbi-farmstay

Geen opmerkingen:

Een reactie posten