Phobjikha Valley is een heel ondiepe vallei op grote hoogte waar 's winters de zwarthalskraanvogels overwinteren. De kraanvogels komen vanuit Tibet aangevlogen en zouden bij aankomst en vertrek in de vallei drie keer om de tempel cirkelen. Omdat Romke en ik niet in de winter maar in de zomer in de vallei waren hadden we niet verwacht ze te zien. Maar het bleek dat er twee vogels gewond aan hun vleugels waren. Die worden opgevangen bij het informatiecentrum over de kraanvogels. We hebben ze dus toch kunnen bewonderen.
Toen we in Pobjikha Valley waren kostte het enige moeite om onze homestay te vinden. Er waren er nogal wat. Gelukkig kwamen we uiteindelijk goed terecht.
Voor onze eerste dag hadden Karma en de gastheer een wandeltocht over twee passen uitgezocht. Onze gastheer zou meegaan omdat de paden waarschijnlijk lastig te vinden waren omdat er zo weinig meer gewandeld werd. Er waren geen touristen meer vanwege corona en de Bhutanezen zelf gebruikte de paden niet meer omdat ze auto's hadden. Het was maar goed ook dat de gastheer meeging. Het pad was compleet overgroeid, de pas op 3647 meter hoogte en we begonnen op 3100. Ik was helemaal stuk en stond te wankelen op mijn benen. Romke trok het beter. We hebben toen maar bij een houtstapel gerust en besloten dat we niet meer naar de tweede pas zouden gaan maar dat Kencho ons op kon halen voor de lunch.
De volgende dag hadden we een makkelijke wandeling door de vallei. Eerst naar de tempel en van daar naar het klooster, of omgekeerd. Praktisch geen hoogtemeters en op het eind wachtte ons een 'hot stone bath'.
We hebben op het eind het klooster nog bezocht maar helaas werden we daar aangevallen door een zwerfhond. Een groot beest dat doelgericht op ons af kwam terwijl wij met ons 4-en waren en blaffend en grommend voor ons bleef staan. Onze eerste ervaring met een zwerfhond die aggressief was. De adrenaline giert dan wel even door je lijf, want wat te doen? Kencho nam een stok en sloeg ermee naast de hond op de grond om duidelijk te maken dat we niet van zijn gedrag gediend waren. Dat hielp in eerste instantie niet. Pas toen de stok in tweeën geslagen werd vlak naast de hond liet hij ons met rust en konden we verder lopen.
Gelukkig was het eind van de dag erg goed. We kregen een 'hot stone bath'. Onze gastheer was de hele dag bezig geweest met stenen warm te maken en die in het badwater te doen, ze er weer uit te vissen en opnieuw warm te maken.