dinsdag 29 december 2009

Wie is de julenisse (kerstkabouter)

Uit de bieb heb ik een boek geleend met bovenstaande titel. Toen ik heb boek open deed, bleek dat de eerste veertig pagina's aan Sinterklaas gewijd waren. Waar Sinterklaas gevierd werd, waar hij geleefd zou hebben, een paar Sinterklaasverhalen en een paar Noorse Sinterklaasliederen. Bijvoorbeeld 'Sinterklaas goed heilig man' bestaat letterlijk vertaald in het Noors, net zoals 'Zie ginds komt de stoomboot'. Bij die tweede staat 'mondeling overgeleverd' bij.

Sinterklaas zou in veel landen in de loop der tijd zijn veranderd in de julenisse. Zwarte Piet is in Duitsland en Oostenrijk Knecht Ruprecht. Die twee landen zouden volgens het boek ook nog steeds Sinterklaas vieren. Ook in Tsjechoslovakije, Joegoslavie, Bulgarije en Polen schijnt hij te komen. Gezien de benamingen van de landen is het boek enige tijd geleden geschreven.

Martin Luther scheen zich geërgerd te hebben aan het gebruik dat Sinterklaas rond ging om goede kinderen te belonen en stoute te straffen. Dat was een katoliek gebruik, vond hij. In plaats van dat kinderen meededen met een katolieke heilige moesten ze bezig zijn met het kindje Jesus. En de kadoos moesten ze op zijn geboortedag krijgen. Op 24 december. Maar niet alle landen stopten met het vieren van Sinterklaas. Zoals wij Nederlanders maar al te goed weten. Met de Hollandse emigranten kwam Sinterklaas naar Amerika en vandaar verder naar Engeland (wat een omweg). In Amerika scheen een professor in de Hebreeuwse taal naast Nederlanders gewoond te hebben, en zijn eigen kinderen met een gedicht over Sinterklaas die met kadoos komt (maar dan wel op Kerstmis) verblijd te hebben. Dat gedicht was de basis voor het uiterlijk van de kerstman. Het gedicht werd in de krant afgedrukt ('The Troy Sentinel, 1822) maar is in de loop van de tijd veranderd van titel. Het heette 'Het bezoek van Sinterklaas' maar werd 'The night before Christmas'.

De julemann (kerstman), zoals hij te ontmoeten is als grote julenisse (kerstkabouter) in verenigingen, op juletrefester (kerstboomfeesten) en soms bij mensen thuis in Noorwegen, kan teruggevoerd worden op Sinterklaas. Maar er bestaat ook een ander soort julenisse. Die is veel kleiner en stamt af van een kleine geest met vele namen. Hij is o.a. gaardegod, tuinkabouter, huisgod e.d. En hij stamt dus niet van de een of andere christelijke heilige af, maar dateert uit een heidense tijd, toen elke familie en elk goed zijn eigen huisgod had. Later kreeg hij ook als taak om het erf te bewaken en degenen die er woonden. Zo komt hij ook in Astrid Lindgrens verhaal 'De vos en de kabouter' terug. Als dank voor het helpen wil de nisse iets terughebben en dat werd uiteindelijk de kerstpap die op kerstavond buiten gezet wordt. Deze kerstman/kabouter heeft alleen zijn naam gemeen met Sinterklaas. Nicolaas werd Nils in het noorden en Nisse een een soort koosnaam voor Nils.

De schutsnisse met kadootjes is niet zo heel oud. Hij werd voornamelijk julenisse omdat de meeste mensen niet meer in kabouters geloofden. En dat was ergens in het tweede deel van 1800. Rond het eind van de 18e eeuw werd het kerstvieren tot een kerstgebeuren, met kerstkaarten, advertenties om mensen tot kerstinkopen te verleiden, etc. En de julenisse was daar een mooi hulpmiddel bij.

Gemeenschappelijke kerstliederen vinden we voornamelijk bij de psalmen, zoals "Er is een roos ontsprongen", "Stille nacht, heilige nacht", "Adeste fidels" en de duidelijk internationale zoals "O denneboom", "Sancta Lucia". De andere kerstliederen hebben duidelijk een Noorse achtergrond, bijvoorbeeld de julenisse die zijn kerstpap in vrede op wil eten en de ratten die ook pap willen met de kat dreigt.

groetjes,
Liesbeth

1 opmerking: