In de tussentijd begint het hele huis, op de computerkamer na, weer gewoon te ruiken. Dat is fijn. Ook zijn de meeste dozen van Tromsø uitgepakt. De meeste dozen die uit de opslag kwamen, staan nu onder ons bed verstopt.
Op het eerste gezicht lijkt de woonkamer weer helemaal normaal. Maar hij is het niet. We hebben de boekenkast nog niet vol. Wat erin staat, staat nog niet op de goede plek of hoort in een andere boekenkast thuis. In het dressoir ligt nog niet alles waar het hoort, de rommella is nog niet met de juiste rommeltjes gevuld. In de keuken ligt wel alles wat er thuishoort, maar ook nog niet op de juiste plek.
Het is heel gek, maar juist dat soort dingen geeft het gevoel dat we hier nog niet echt wonen. Pas als alles weer ligt waar het voor de verhuizing lag, voel ik me weer echt thuis. Toch is het grappige dat bij het opruimen we geen van allen meer precies weten waar we iets hadden liggen en als je het wilt pakken omdat je het nodig hebt je wel naar de la grijpt waar het vroeger lag. Gewoontedieren dus.
Andere gewoontedieren zijn de zilvervisjes. Helaas wonen die nog steeds in ons huis. En helaas krijg ik de indruk dat de zilvervisjes die in de opslag gegaan zijn, ook gewoon weer mee terug gekomen zijn. Ik speel dus weer mevrouw Helderder met de spuitbus. Deze keer willen we het niet tot zo'n plaag laten komen als het was voor ons vertrek.
Opgevallen:
- mensen zijn gewoontedieren
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten